Help! Mijn plant is ziek! Wat nu?
Afhankelijk van wat de plant heeft, zijn verschillende aanpakken mogelijk!
Er zijn verschillende oorzaken voor het geel, bruin of anders kleuren van je bladeren, wat meestal verschillende oorzaken kan hebben. Analyseer goed de volgende factoren:
- Grond: als de plant gele bladeren krijgt en je grond voelt heel nat voor een langere tijd aan (en je hebt er onlangs nog wat water extra gegeven), dan kan het wel eens door overwateren zijn. De grond die nat blijft is ook een teken dat de plant de hoeveelheid water in de pot niet meer kan verwerken, en dus aan het verdrinken is.
De meest voorkomende reden dat de grond nat blijft, is een tekort aan licht. Planten hebben licht nodig om het water in de grond te verwerken (fotosynthese), en bij een tekort aan licht, blijft de grond nat. Bepaalde planten, zoals Philodendrons en vetplanten, zijn hier gevoelig aan en zijn zo vatbaar voor rot.
Indien je merkt dat de grond te lang nat blijft: plaats de plant dichter bij het raam, controleer op ziektes, zorg dat de temperatuur in de ruimte wat hoger komt (ze kunnen ook stoppen met drinken als de temperatuur te laag is) en wanneer dit nog niet helpt: zo snel mogelijk verpotten met verse aarde.De grond kan ook kurkdroog aanvoelen. Dit zie je bij je plant als die begint door te hangen, droge bruine bladeren krijgt of opkrult. Geef dan zo snel mogelijk water! Het kan zijn dat je aarde zeer hard en dor is door langdurig uitdrogen. In dat geval ga je best de aarde perforeren met bijvoorbeeld een schroevendraaier of satéstokje, zodat het weer water kan opnemen. Wat ook helpt is de pot een 2 tot 3u in water plaatsen en goed laten water opzuigen. Hierdoor zal de grond weer losser komen en zal het ook weer water kunnen opnemen. Dorre grond houdt geen water vast en droogt dus ook meteen weer uit = geen goed nieuws voor je plant.
- Omgeving: nog een andere vaak voorkomende reden dat bladeren beginnen te verkleuren is te weinig of te veel licht. Analyseer goed de lichtinval op de plant, en probeer in te schatten of dit te weinig of te veel is voor de plant die raar doet. Als bijvoorbeeld een monstera gele bladeren krijgt en hij staat voor een zuid-gericht raam, dan is het aangeraden om deze wat verder van het raam te verplaatsen, of aan een oost-gericht raam te plaatsen. Omgekeerd: krijgt de plant gele en/of bruine bladeren op 4 meter van een noord-gericht raam, dan kun je de plant beter wat dichter bij het raam verplaatsen.
Gouden tip: iedere plant moet minstens de open lucht kunnen zien (tenzij een schaduwplant). Op die manier weet je ook dat er genoeg licht valt op de plant. Sommige hebben daar extra bovenop ook graag nog wat zonlicht rechtstreeks op de bladeren. Soms in de ochtend of de avond, soms de ganse dag door.
Het is dus belangrijk om eerst te kijken op welke plaats je een plant wil zetten, inschatten wat de lichtinval is die er komt, en op basis daarvan een plant te kiezen. Het kan gebeuren dat je gewoon geen plant kan zetten op die plaats (bijvoorbeeld in een toilet of badkamer zonder raam).Een overzicht van de verschillende lichtcondities in huis waar je planten kan plaatsen:
- Schaduwplek: vanuit het standpunt van de plant kan je geen inkomend lucht zien, ofwel achter een hoekje van het raam. Maximum 5meter van een raam op het zuiden, 3meter op het noorden. Geschikte planten: Aglaonema, Rhapis
- Indirect licht, geen zon: vanuit de plaats van de plant gezien kan je de blote hemel zien. Echter komt er geen direct zonlicht. Voorbeelden van deze plaatsen zijn noordgerichte ramen, dakkoepels en recht onder een velux. Geschikte planten hiervoor zijn Calathea, Maranta, Draceana’s, Yucca, Begonia, Dypsis, Howea, Thaumatophyllum, Ctenanthe, Aeschynanthus, Syngonium, Schefflera, Dieffenbachia, …
- Ochtend- en/of avondzon (Oost of West-gerichte ramen): een plaatsje met veel ochtendzon (tot ongeveer 12u) of avondzon (vanaf 17u) is voor veel tropische planten ideaal. Ochtendzon is namelijk niet zo intens als de rest van de dag, en geeft je planten de nodige portie fotosynthese om energie te maken. Geef deze plaatsjes aan je Monstera, Philodendron, Syngonium, Cycas, Peperomia, Alocasia, Pothos, Epipremnum, Ficus, …
- Middagzon/zuiden: Planten die hier te komen te staan, dienen hier echt geschikt voor te zijn. De intense stralen van de zon die op zijn hoogste punt staat, is voor veel planten te hard. Echter zijn er anderen die ervan houden! Voorbeelden hiervan zijn Phoenix palmen, cactussen, vetplanten, Strelitzia, en zelfs bepaalde Philodendron soorten.
- Verversen van de bladeren: het is niet altijd een ziekte die de plant er toe aan zet om gele bladeren te maken, soms is het gewoon tijd voor nieuwe 🙂 Voorbeeld hiervan is Alocasia, die de oudste bladeren laat afsterven om weer plaats te maken voor nieuwe. Epipremnum kan dit ook doen, wanneer enkele bladeren te weinig licht ontvangen in vergelijking met de andere. Een soort van energie-efficiëntie als het ware.
- Voedingstekort: wanneer de plant niet meer krijgt wat ze zou moeten ontvangen van bouwstenen, kunnen er mini brandplekken in de kern van het blad ontstaan. Dit wijst op stress en kan te maken hebben met een voedingstekort. Heb je de plant de laatste tijd nog niet geen voeding gegeven, dan wordt het wel eens tijd… Op onze webshop vindt je de biologische voedingskorrels van Bio-Kultura.
- Ziektes: deze hebben als jammerlijk effect dat ze je plant snel kunnen kapot maken. Begint je plant van blad te verkleuren uit het niets, terwijl je bovenstaande factoren hebt bekeken, dan kan je wel eens te maken hebben met een ziekte.
Binnenshuis zijn dit de meest courante plagen:- Wolluis: makkelijk herkenbaar door de witte, kleverige wol die ze overal achterlaten. De beestjes zelf zien er als kleine pissebedden uit. Vaak te vinden in de oksels van de plant, alsook op de bladeren. Kunnen andere planten ook bereiken die in de buurt staan en vermeerderen behoorlijk snel. Wolluis komt sneller voor op planten die in de tocht staan.
Beste behandeling is met een stevige straal water (bijvoorbeeld van de douche) de plant afspoelen samen met de wolluis. Andere effectief middel is met een vod en water: alles fysiek weg vegen. Daarna afspoelen met een harde waterstraal. Herhaal om de 2 a 3 dagen om een effectieve verdwijning van de beestjes te realiseren.
Biologisch te bestrijden met Neemolie (zie onderaan). - Thrips: zeer hardnekkige ziekte die moeilijk te zien is. De beestjes zijn langwerpig en lopen rond op de onderkant van het blad. Wanneer je plant grauwe grijze plekken in het blad krijgt, is het meestal teken dat ze er zijn. Isoleer zo snel mogelijk de plant, want ze kunnen vliegen (al moeten we het eerder zweven noemen).
Te verwijderen met een natte vod en harde waterstraal. Herhaal om de 3 dagen voor een 2 a 3-tal weken aan een stuk tot je ze niet meer ziet verschijnen.
Biologisch te bestrijden met Neemolie (zie onderaan). - Spint: te herkennen door de vele witte puntjes die overal op het blad verschijnen, samen met kleine webbetjes. Bewegen amper, maar kunnen zich zeer snel en zonder genade manifesteren. Snel ingrijpen is de boodschap!
Verwijderen door om de 2 dagen de plant volledig af te spoelen met water, of buiten te plaatsen als de soort plant dit toelaat. Regen is ook een effectief bestrijdingsmiddel.
Biologisch te bestrijden met Neemolie (zie onderaan). - Bladluis: bruine of witte beestjes die in grote getallen langs de stengels bewegen, alsook op het blad. De plant zal zeer snel aftakelen, indien dit niet bestreden wordt. Probeer opnieuw met een natte doek de beestjes fysiek te verwijderen, en als dat niet helpt met een bio-insecticide.
Biologisch te bestrijden met Neemolie (zie onderaan). - Rouwvlieg: op het eerste zicht lijkt deze plaag op onschuldige fruitvliegjes die in de buurt van planten zitten. Maar wanneer je merkt dat de plant achteruit aan het gaan is, en ze zich vooral rond natte potgrond verzamelen, kan het wel eens de rouwvlieg zijn. Zeker als je bij het slaan op de pot een hele zwerm ziet ontsnappen. De vliegjes zelf zijn niet zo kwalijk, maar de larven voeden zich met de wortels van je geliefkoosde plant, waardoor deze langzaamaan kapot gaat.
Een eerste tip: laat de grond meer uitdrogen! Rouwvliegen manifesteren zich het best in natte grond, dus de grond naar het droge toe laten gaan, kan al veel voorkomen.
Verdere bestrijding kan door de plant te isoleren in een aparte ruimte, kloppen op de pot en klaarstaan met een stofzuiger om de vliegen op te zuigen, en je dichtstbijzijnde doe-het-zelf-zaak opzoeken voor mierpoeder. Dit meng je met je gietwater volgens de hoeveelheid aangeduid op de verpakking, en giet je bij de getroffen planten. - Andere: bovenstaande plagen zijn deze waar we het meest in contact mee komen. Over het algemeen hebben we al gemerkt dat goed afspoelen met water al veel kan helpen, en bij hardnekkige plagen Neemolie gebruiken (zie hieronder).
- Wolluis: makkelijk herkenbaar door de witte, kleverige wol die ze overal achterlaten. De beestjes zelf zien er als kleine pissebedden uit. Vaak te vinden in de oksels van de plant, alsook op de bladeren. Kunnen andere planten ook bereiken die in de buurt staan en vermeerderen behoorlijk snel. Wolluis komt sneller voor op planten die in de tocht staan.
Andere indicaties dat je plant ziek kan zijn:
- Stoppen van groeien tijdens het groeiseizoen
- Aanmaken van plakkerige druppels: dit is een automatische reactie van de plant op een mogelijke ziekte, controleer goed of er iets aanwezig is
- Schimmels op de plant zelf: absoluut te vermijden! Schimmels of paddestoelen op de aarde zijn dan weer normaal en kunnen makkelijk omgewoeld worden
Voor de bestrijding van de ziektes hebben we 1 wondermiddel te koop: biologische Neemolie! Te koop in de winkel en de webshop en als volgt te gebruiken:
– Voor bestrijding van beestjes op de plant: pak je sproeier meng ongeveer 5 tot 10% neemolie met water en doe er nog een beetje afwasmiddel/dreft bij. Het afwasmiddel is nodig om de olie met het water te kunnen mengen. Goed schudden en daarna op de bladeren en stam sproeien van de getroffen plant. Achteraf kan je wat look ruiken, en probeer de plant ook niet te veel in de zon te zetten net na de behandeling. Spoel de olielaag na enkele dagen weer weg.
– Preventief: meng 1% olie met je sproeiwater om een lichte laag aan te leggen en te voorkomen dat beestjes de plant aanvallen.